algemene informatie

Een vulkaan is een plaats op het aardoppervlak waar vulkanisch materiaal zoals magma en vulkanische gassen (waterdamp, CO2, SO2 en H2S) het aardoppervlak bereiken. In een gemiddeld jaar vinden er ongeveer 60 vulkaanuitbarstingen plaats. Vulkanen komen niet willekeurig verspreid over de aarde voor, maar worden vooral gevonden rondom de randen van tektonische platen en rondom mid-oceanische ruggen. Rondom de Grote Oceaan wordt er een opvallend groot aantal vulkanen waargenomen. Dit wordt ook wel de Ring van Vuur genoemd. De meeste vulkanen in Indonesië, de Filipijnen, Japan en de westkust van Amerika maken deel van uit van de Ring van Vuur.

De aarde telt ten minste 1500 vulkanen, waarvan minstens zestig procent wordt gevonden op de bodem van de oceanen. Van alle vulkanen op aarde behoren er ongeveer 600 tot de actieve vulkanen. Een vulkaan wordt geclassificeerd als een actieve vulkaan, wanneer deze af en toe tot uitbarsting komt en meetbare activiteit vertoont. Dode vulkanen zijn vaak duizenden of miljoenen jaren geleden voor het laatst uitgebarsten en vertonen geen meetbare activiteit. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat een dode vulkaan binnen korte tijd tot uitbarsting komt. Het grootste deel van de vulkanen op aarde behoort tot de categorie dode vulkanen. Slapende vulkanen vertonen zeer weinig activiteit, maar kunnen van het ene op het andere moment weer actief worden. Zolang de vulkaan in slaapstand blijft, vormt deze echter geen gevaar uit te barsten.

De grootste vulkaan op aarde is waarschijnlijk Mauna Loa op Hawaii. Deze vulkaan heeft zijn oorsprong onder zeeniveau en rijst vanaf de oceaanbodem op tot een hoogte van ongeveer 9.600 meter. Ook op andere planeten, o.a. Mars en Venus, zijn zeer grote vulkanen waargenomen. De Olympus Mons is de grootste vulkaan van ons zonnenstelsel en bevindt zich op Mars. De Olympus Mons is 24 km hoog en heeft een diameter van 500 km. Dit komt erop neer dat deze vulkaan 3 keer zo hoog en 15 keer zo breed is als de Mount Everest, de hoogste berg op aarde. Dat vulkanen op andere planeten vaak groter zijn dan de vulkanen op aarde, komt omdat de eroderende krachten (die op aarde vulkanen afbreken) in veel mindere mate aanwezig zijn op ander planeten.

Het woord vulkaan komt van Vulcano, een Italiaans eilandje ten noorden van Sicilië. Dit eilandje is sinds mensenheugenis vulkanisch actief en de oude Romeinen noemden hun God van het vuur Vulcanus naar dit eiland.                  

 

 

Werking vulkaan

Een vulkaan is niet een massieve hoop gesteente, maar bevat een gangenstelsel aan scheuren, die we kraterpijpen noemen. De kraterpijpen staan in verbinding met een magmakamer, dieper in de aardekorst. Als een vulkaan langere tijd niet heeft uitgebarsten, staat de magmahaard niet in directe verbinding met het aardoppervlak. Het einde van de kraterpijp, ook wel krater genoemd, zit dan namelijk verstopt met een laag vulkanisch gesteente.

In de periode voor een vulkaanuitbarsting, hoopt steeds meer magma zich in de magmakamer op. Deze magma en de vrijkomende vulkanische gassen kunnen echter geen kant op, omdat het einde van de kraterpijp afgesloten is. Hierdoor bouwt zich in de magmakamer een steeds groter wordende druk op. Deze druk is verantwoordelijk voor het uitzetten van de vulkaan met soms enkele meters en het ontstaan van lichte aardschokken. De druk in de magmakamer blijft toenemen, totdat deze druk groter is dan de druk die het vulkanische gesteente in de krater aan kan. De magma kan ook een uitweg vinden via een zijtak van de kraterpijp. In dat geval vind de uitbarsting niet door de oude krater plaats, maar is er een nieuwe krater ontstaan, ook wel een zijkrater genoemd.

Bij een eruptie wordt het magma door de lange kraterpijp omhoog geperst. Zodra de magma aan het aardoppervlakte komt, ontsnappen er allerlei gassen uit de magma en wordt het lava genoemd. Op dit moment heeft de lava een temperatuur van tussen de 650 °C en 1200 °C. Wanneer deze lava stolt, wordt het vulkanisch gesteente (zie figuur hiernaast).

Vulkanische gesteenten ontstaan bij uitvloeiing of een explosieve uitbarsting van mama aan het aardoppervlak, bij hoge temperaturen en lage druk. Omdat het magma aan het aardoppervlak snel afkoelt, ontstaan zeer fijnkorrelige en poreuze vulkanische gesteenten of soms zelfs glas.

Als alle lava gestold is, raakt de krater weer verstopt. De magmakamer kan nu weer gevuld worden met magma, totdat er genoeg druk is opgebouwd waardoor een nieuwe uitbarsting plaatsvindt.

Bij iedere vulkaanuitbarsting komt een laag vulkanisch gesteente bovenop de vorige laag, waardoor na een aantal vulkaanuitbarstingen een berg ontstaat.